(Ver)Bouwen en monumenten
Aan het bouwen bij, op, in of aan monumenten zijn strengere regels verbonden dan bij reguliere projecten. Dit heeft ermee te maken dat de overheid cultureel erfgoed zoveel mogelijk wil behouden voor ons nageslacht. Sinds de Monumentenwet 1988 per 1 juli 2016 is vervallen, zijn de regels die betrekking hebben op de besluitvorming ten aanzien van (ver)bouwen overgegaan naar de Omgevingswet. Aangezien deze wet pas in 2021 in werking treedt, zijn de regels tijdelijk te vinden in het Overgangsrecht in de Erfgoedwet en betreffen:
- vergunningen tot wijziging, sloop of verwijdering van Rijksmonumenten;
- verordeningen, bestemmingsplannen, vergunningen en ontheffingen op het gebied van archeologie;
- bescherming van stads- en dorpsgezichten.
Voor de lokale wetgeving geldt het gemeentelijk monumentenbeleid. Dit is per gemeente verschillend.
Om te bepalen of uw gebouw een monumentenstatus heeft, zijn er een aantal mogelijkheden:
- de koopakte kan een vermelding maken van een monumentenstatus;
- Rijksmonumenten vindt u in het rijksmonumentenregister;
- de gemeentelijke monumentale status van gebouwen vindt u via de site van ruimtelijke plannen;
- u kunt de status van uw pan opvragen bij de gemeente.
Bij het vaststellen van een gebouw tot monument worden de verschillende 'monumentaal van belang zijnde elementen' op waarde bepaald en vastgelegd. Met deze elementen moet rekening worden gehouden bij het (ver)bouwen. Bij de beoordeling van uw plannen zal naast de welstandscommissie of dorpsbouwmeester dan ook de monumentencommissie uw plannen beoordelen.